Hoe kan de Turkse politie haar forensische opleidingen
verbeteren en op het niveau van de EU-standaard brengen? Met die vraag gingen
experts van de Nederlandse Politieacademie, het Nederlands Forensisch Instituut
en de Dienst IPOL van het KLPD vorig jaar aan de slag. Het project werd
afgesloten met een door de Turken zelf georganiseerde slotconferentie. Deze
werd bijgewoond door de top van de Turkse politie en kreeg veel media-aandacht
in Turkije. Daar bleek dat het overgrote deel van de Nederlandse aanbevelingen
werd overgenomen. Kennismakelaars Henk Groenendal en Fons Slot van het NFI: ‘Soms
gingen de Turken verder, dan wij in onze aanbevelingen voor mogelijk hadden
gehouden.’
Â
De eerste bezoeken aan politie en opleiding in Istanbul en
Ankara leren dat er vooral op organisatorisch vlak winst valt te boeken. Wat
onder andere opviel was de strikte scheiding tussen de forensische onderzoekers
op de plaats delict (PD) en in het lab. Groenendal: ‘De onderzoekers op de PD
hebben slechts één taak: het veilig stellen van het materiaal. Verder is er
geen enkel contact meer met het lab, dat zelf bepaalt wat het onderzoekt.’ Door
te vertellen hoe die samenwerking in Nederland verloopt, werd bewustzijn
gecreëerd over hoe het ook kan. Ook kan de opleiding veel efficiënter
georganiseerd. Groenendal: ‘Iedereen leert alles en in één keer. Terwijl ze in
de praktijk slechts een klein deel mogen doen of met sommige zaken pas veel
later in aanraking komen. Het is veel effectiever de opleiding modulair op te
bouwen en ook in tijd op te knippen.’
Â
Het Matra project, gefinancierd door het Ministerie van
Buitenlandse Zaken, leidde tot vruchtbare samenwerking met de Turkse partners –
en tussen de Nederlandse organisaties onderling. Expert Molenbeek van NFI
Academy: ‘De mensen waren enorm bekwaam, leergierig en open. Ook over dingen
die niet goed gingen, dat is me heel erg opgevallen.’ Groenendal: ‘In Turkije
moet je hoog insteken om iets te bereiken. Maar nu de hoogste bazen op de
slotconferentie hebben aangegeven dat de aanbevelingen worden overgenomen,
gebeurt het ook.’ Ook de samenwerking tussen Politieacademie, IPOL en NFI was
bijzonder vruchtbaar. Molenbeek: ‘Ik heb heel veel geleerd over de
Politieacademie en de wijze waarop het politieonderwijs is ingericht en waarom,
wat de dilemma’s zijn.’ De
kennisuitwisseling dient ook een breder belang. Turkije pakt met veel landen al
onderzoek op in het kader van grensoverschrijdende misdaaddossiers. Verbetering
van de forensische onderzoekspraktijk in Turkije, draagt bij aan het
vergemakkelijken van de vervolging in Europees kader.
Â
Â
Eens een specialist….
Er bleek op forensisch vlak ook een hoop te leren van de
Turken. Fons Slot: ‘Het kennisniveau doet zeker niet voor ons onder. Helaas is
het slechts gekoppeld aan een beperkt aantal mensen van universiteiten en wordt
het te weinig verder verspreid.’ Groenendal: ‘Grappig is dat ze in Turkije hetzelfde
probleem hebben als wij. Er geldt ‘eens een specialist, altijd een specialist.’
Maar hoe houd je je vak bij? Omdat dit een gezamenlijk probleem is, gaan we dit
ook in Europees verband samen met laboratoria oppakken.’
Â
Â
Bron: http://www.agentschapnl.nl/content/forensisch-onderwijs-turkije