Op donderdag 30 juni werd verzorgingshuis Lale in Breda geopend. Het huis special voor Turkse ouderen maakt onderdeel uit van de organisatie Raffy. Met hun diensten spelen ze in op de groeiende vraag naar zorg toegespitst op culturele diversiteit. De vraag is in hoeverre maatzorg cultuurspecifiek moet zijn.
Enkele sleutelfiguren uit de Bredase Turkse gemeenschap opperden jaren geleden het idee voor een verzorgingstehuis voor Turkse ouderen. “Het was het begin van een lang traject”, zegt Gert van der Pluim, directeur van moederorganisatie Raffy op de opening. De uitdaging voor Raffy, met 55 jaar ervaring in het bieden van zorg aan Molukse en Indische ouderen, was om in de behoeften van een nieuwe doelgroep te gaan voorzien. “Je komt er snel achter dat zorg voor een compleet andere doelgroep direct consequenties met zich meebrengt. De keuken, de belevenis van religie, het omgaan met de gemeenschap, de omgang tussen mannen en vrouwen en de omgang met degene die zorg nodig heeft is anders”, aldus Van der Pluim.
Lâle (Turks voor tulp), aan de Boschstraat 57 in Breda, biedt plaats aan 15 ouderen die complexe zorg nodig hebben. Hoewel het te boek staat als een voorziening voor Turkse ouderen, bevinden zich ook Marokkaanse Nederlanders onder de gelederen. Het zijn twee totaal verschillende culturen, die volgens Van der Pluim heel dicht bij elkaar komen. Zelfvertrouwen kreeg de moederorganisatie toen de familie van de eerste bewoners bij hen aanklopte om de zorg van hun ouders aan hen toe te vertrouwen. “Dat is een belangrijk moment voor ons geweest. Zo Turks waren we nog lang niet, in het begin”, aldus de directeur.
Vangnet
Joke Hamann, wachtlijstbeheerder bij Raffy, illustreert de behoefte aan een ‘Lâle’. “Momenteel is er een generatie Turkse ouderen, waarvan een heel groot deel, vooral de vrouwen, geen Nederlands spreekt. Weduwen hebben heel weinig mogelijkheden in Nederland. Ze hebben vaak geen vangnet. Bovendien kunnen kinderen met ernstig demente ouderen de zorg niet altijd aan.” De wachtlijst bij Lâle valt wel mee, zegt ze. “Er staan maar een paar mensen op.” Wat Lâle in haar ogen anders doet, is dat de familie en mantelzorgers heel erg betrokken zijn bij de zorg.
Kinderen die hun ouders zelf willen verzorgen, krijgen geen strobreed in de weg gelegd. “Dat zelf verzorgen mag hier ook. Het enige wat wij doen, is het ontlastten van de thuissituatie.” Lâle is klein, wat het overzichtelijker maakt, zegt Hamann. Aan de achtertuin grenst de moskee. De imam komt op vaste tijden een praatje met de bewoners maken. “Hij stelt ze gerust en ondersteunt ze. De islam is iets wat wij Nederlanders niet mee hebben gekregen.”
Lees verder hieronder:
Bron: http://www.wereldjournalisten.nl/artikel/2011/07/04/maatzorg_moet_niet_te_cultuurspecifiek/