Allochtone patiënten rapporteren tijdens psychotherapie andere ziekteverklaringen aan interviewers van hun eigen etnische achtergrond dan aan autochtone interviewers. Dat concludeert promovendus Samrad Ghane.
Het verschil in ziekteverklaringen verdwijnt zodra er geen direct contact is met de interviewer, maar gebruik wordt gemaakt van een computergestuurde associatiemaat.
Psychologische factoren
Indien er meer discrepantie is tussen de opvatting van een patiënt en de therapeut over het aandeel van psychologische factoren, zoals persoonlijkheid en opvoeding, is de kans groter dat een patiënt minder vaak op een therapieafspraak komt. Dit resulteert al na drie maanden in een slechter behandelresultaat.
Bovennatuurlijk
Onenigheid tussen therapeut en de patiënt over andersoortige verklaringen, zoals medische en bovennatuurlijke, hebben geen relatie met het succes van psychotherapie.
Werkzaamheid
Ghane’s onderzoek wordt gebruikt om cultuursensitieve behandelonderdelen te ontwikkelen die de werkzaamheid van psychotherapie bij allochtone Nederlanders verbetert.
Proefschrift
Samrad Ghane promoveerde 14 september aan de Universiteit van Amsterdam op zijn proefschrift: ‘Illness attributions among ethnic minorities: Assessment and clinical relevance’.
Bron: Universiteit van Amsterdam
Bron: http://www.artsennet.nl/Nieuws/Nieuws-onderzoeken/Nieuwsartikel/102417/Allochtoon-praat-anders-met-autochtone-arts.htm