“Werkgevers moeten niet alleen laaghangend fruit plukken”,
zegt Gökhan Çoban. Hij
staat als Kandidaat Kamerlid op nummer 24 van D66.
Werk en Discriminatiebestrijding
Gökhan Çoban legt twee duidelijke, persoonlijke accenten uit:
werk en discriminatiebestrijding. “Op basis van CBS-cijfers weten
we dat vier mensen voor één aow’er werken. Over een jaar of zeven
zijn dat slechts twee mensen. We kunnen nu al verwachten dat het
verschil tussen je bruto en nettoloon groter wordt, waardoor
iedereen in koopkracht op achteruit gaat. En juist door die
vergrijzing kan het toch niet zo zijn dat 13 procent van
de jongeren werkzoekend is, waarbij 33 procent van
de Turkse en 42 procent van de Marokkaanse jongeren aan
de kant staat.”
Gökhan Çoban vindt dat te veel aan de aanbodzijde wordt
gesleuteld: “We verzorgen
scholing van werkzoekenden, coaching, trainingen, maar ik
vind dat je ook de vraagkant moet aanpakken.
Werkgevers kijken teveel naar cv’s en te weinig naar competenties.
Ze kunnen het zich niet permitteren om alleen maar te plukken van
het laaghangend fruit, zoals ik het noem. Neem nou een vrouw die
vijf jaar eerst voor haar kind heeft gezorgd: je
kunt je blindstaren op het gat in haar cv, maar je kunt ook
kijken naar bijvoorbeeld haar zorgzaamheid, verantwoordelijkheidsgevoel,
haar talent voor timemanagement.
“In 2007-2008 was ik projectleider werkgelegenheid voor het UWV.
Wij hadden in Veenendaal de hoogste uitstroom vanuit de uitkeringen,
juist door eerst te kijken naar wat werkgevers willen en naar competenties
van kandidaten te kijken.”
Dat betekent wel dat werkgevers daarvoor open moeten staan.
Anti-discriminatie
Discriminatie wil Çoban daarbij harder aanpakken. Hij ergert zich
onder meer aan de uitzendbranche. “Ze verwijzen allemaal naar
de anti-discriminatiebepalingen van hun
branchecode, maar als een werkgever een autochtone, jonge man of
vrouw wil, dan gaan de meeste uitzendbureaus op die opdracht in.
Ondertussen is op maar liefst drie
gronden gediscrimineerd. Alleen een Commissie Gelijke Behandeling
die slechts adviezen kan uitbrengen vind ik te vrijblijvend.
Je moet sancties kunnen opleggen.”