De Grote Hongersnood die plaatsvond in het midden van de 19e eeuw was één van de meest verwoestende gebeurtenissen uit de Ierse geschiedenis. Tussen 1845 en 1852 verwoestte de aardappelziekte de aardappeloogst in het land. Vele jaren zonder een goede aardappeloogst leidden tot massale hongersnood, ziekte en de dood van bijna een miljoen mensen. Daarnaast zorgde het voor de emigratie van een miljoen mensen naar verschillende delen van de wereld. Eén van de onverwachte bronnen van steun in deze crisis was het Osmaanse Rijk. Sultan Abdülmecit I probeerde op zijn eigen manier te helpen om het lijden van het Ierse volk te verlichten.
Sultan Abdülmecit was slechts 23 jaar oud toen hij al bijna tien jaar over zijn imperium regeerde en in 1847 persoonlijk aanbood ? 10.000 te schenken voor de steun aan Ierland. In die tijd verdiende hij de bewondering van veel van zijn eigen onderdanen en anderen over de hele wereld. Maar deze keer zou hij zijn vrijgevigheid terug hebben moeten schalen. Britse diplomaten adviseerden hem dat het beledigend zou zijn voor iedereen om meer te bieden dan de koningin Victoria, die slechts ? 2.000 gedoneerd had. Er werd gesuggereerd dat hij de helft van dat bedrag moest doneren, dus gaf hij ? 1.000. Henry Wellesley, de Britse ambassadeur in Constantinopel, uitte zijn dankbaarheid in naam van het Britse Rijk.
De Sultans donatie werd gewaardeerd door het publiek in Groot-Brittannië en Ierland. Een Engels religieus tijdschrift publiceerde een artikel met de titel “A Benevolent Sultan” waarin de auteur schreef: “Voor de eerste keer heeft een Mohammedaanse soeverein, die een grote islamitische bevolking vertegenwoordigt, spontaan een warme sympathie met een christelijke natie gemanifesteerd. Moge dergelijke sympathieën, in alle geniale goede doelen van een gemeenschappelijke menselijkheid worden gekweekt en voortaan altijd worden gehandhaafd tussen de aanhangers van de halve maan en het kruis!” De pers beschuldigde ook de Britse diplomaten in Constantinopel voor de afwijzing van de eerste donatie van ? 10.000 om de vernedering van koningin Victoria te vermijden.
Ondertussen had Sultan Abdülmecit andere manieren gevonden om te helpen. Vandaag de dag is het wapen van de havenstad van Drogheda in Ierland voorzien van een halve maan en een ster, die beide zijn symbolen van de islam. De Drogheda Football Club logo heeft ze ook. Volgens lokale traditie in de stad zijn deze symbolen aangenomen nadat het Osmaanse Rijk in het geheim vijf schepen beladen met voedsel naar de stad stuurde in mei 1847. De reden voor de geheimhouding is dat de Britse regering zou hebben geprobeerd om de schepen te blokkeren voor de haven van Drogheda. Het bewijs voor deze claims zijn onder andere krantenartikelen uit de periode en een brief van de Ierse notabelen die de Sultan uitdrukkelijk bedanken voor zijn hulp.
De nationalistische Ierse Freemans Journal vierde deze inspanningen. De auteur schreef: “Het gedrag van Abdülmecid was dat van een goede, humane, en gulle man. Als een islamitisch gelovige trad hij op in de ware geest van een volgeling van Christus en zette hij een voorbeeld die veel christenen na zouden moeten bootsen.”
Hoewel Abdülmecid waarschijnlijk niets terug verwachtte voor zijn steun aan de Ieren, vochten een aantal van hen aan zijn kant in 1854, slechts twee jaar na de hongersnood. Groot-Brittannië was betrokken bij de Krimoorlog om Osmaans grondgebied te verdedigen tegen het groeiende Russische Rijk. In aanvulling op de Ierse verpleegkundigen en ingenieurs (en enkele van de eerste oorlogsjournalisten in de geschiedenis), deden ongeveer 30.000 Ierse soldaten dienst tijdens de oorlog. Ondanks het leed dat zij en hun families tijdens de Grote Hongersnood hadden doorstaan, hielpen ze opvallend enthousiast mee in de verdediging van het grondgebied van de sultan die hen had geholpen in hun tijd van nood.
Auteur: Hassam Munir
http://mvslim.com/how-an-ottoman-sultan-helped-ireland-during-the-great-famine/