Ze noemden hem de Grote Bevrijder. Zijn naam was Mehmet Aziz en hij stond aan de basis van een van de belangrijkste verwezenlijkingen van Cyprus in de vorige eeuw. En toch heeft niemand, behalve een handjevol Cyprioten, van hem gehoord.
Aziz was een Turks-Cypriotische gezondheidsambtenaar die ervoor zorgde dat Cyprus het eerste malariagebied ter wereld werd dat de ziekte volledig uitroeide.
Hij stond bij zijn landgenoten bekend als “de vliegenman” en had gestudeerd bij Nobelprijswinnaar voor malaria Sir Ronald Ross, die de mug had gevonden die de ziekte overbrengt. Ik stuitte bij toeval op Aziz’ verhaal toen ik onderzoek deed voor een boek over Brits koloniaal Cyprus.
Tegen 1936 stond Cyprus – toen een Britse kolonie – bekend als een van de meest malaria-landen ter wereld, met ongeveer 18.000 gevallen per jaar.
De ziekte was vooral verwoestend voor kinderen. Een oudere man, die aan zijn kindertijd terugdacht, legde uit dat “een heleboel jongeren het nooit gehaald hebben, anderen waren niet in staat om een dag te werken nadat ze de ziekte hadden opgelopen”.
Militaire campagne tegen malaria
Tien jaar later kreeg Aziz, in zijn hoedanigheid van hoofdinspecteur van volksgezondheid, een subsidie van het Koloniale Ontwikkelingsfonds om de malaria-overdraagbare anophelesmug op Cyprus uit te roeien.
Hij plande zijn campagne langs militaire lijnen en verdeelde het hele eiland in 500 rasters, die elk door één man in 12 dagen konden worden bestreken.
Lees verder op: https://www.bbc.com/news/world-europe-57122406